Door Jan Keulen
Persfotograaf Bart Maat, die de notitie van mevrouw Ollongren met telelens vastlegde, zal niet hebben durven dromen van de politieke aardbeving die hij met zijn foto veroorzaakte. Het was een moment van politieke onvoorzichtigheid en journalistieke toevalligheid met grote gevolgen.
Ollongren verliet gehaast het Binnenhof met een stapel papieren onder haar arm, toen ze positief bleek te hebben getest op corona. Op de notitie onder haar arm waren onder andere de explosieve woorden Omtzigt functie elders duidelijk leesbaar. Ook het zinnetje linkse partijen houden elkaar niet echt vast was nieuwswaardig, na alle eerdere liefdesbuigingen van Jesse aan Lillianne en Lilian en vice versa.
Het ANP besloot een persalarm rond te zenden, een bericht waarmee het persbureau journalisten wijst op groot nieuws. Zonder uitzondering publiceerden de Nederlandse media over de notitie, die leek te suggereren dat Kamerlid Omtzigt op een zijspoor zou moeten worden gerangeerd. De vragen die de notitie opriep domineerden dagenlang niet alleen de media maar ook het politieke debat.
Sommige lezers van dagblad Trouw hadden moeite met het citeren uit wat zonder twijfel een vertrouwelijk stuk was, dat per ongeluk aan de openbaarheid was prijsgegeven. Hoofdredacteur Cees van der Laan laat weten dat er bij hem ‘geen spoor van twijfel’ was over de wenselijkheid de notitie te publiceren. ‘De aantekeningen zijn niet uit een tas gevist, onder een kopieermachine vandaan gehaald of op andere wijze aan Ollongren ontfutseld.’ Daar kwam bij dat het kattenbelletje politiek zo belangwekkend was dat ‘niet publiceren een journalistiek misdrijf zou zijn geweest’.
Van der Laan heeft gelijk: soms is niet publiceren, het achterhouden van informatie, simpelweg een journalistieke zonde. Vooral als het om informatie gaat die van algemeen publiek belang is. In tijden dat de media onder druk staan, te pas en vooral te onpas worden beschuldigd fake nieuws te brengen en zelfs bloot staan aan fysieke bedreigingen, is het goed je te realiseren dat journalistiek een professie is met duidelijk omlijnde do’s en don’ts. Bij journalistiek gaat het fundamenteel om te streven naar waarheidsvinding, je best te doen de waarheid te achterhalen.
Dat maakt journalisten niet altijd populair.
Het is een misverstand te denken dat journalistiek een soort mechanische bezigheid is; een handigheid in knippen en plakken en babbelen aan ‘de tafels’, ’s avonds op televisie. Door voorlichters en pr-medewerkers voorgekauwde informatie simpelweg reproduceren is geen koosjer journalistiek. Journalisten mogen het pr-materiaal natuurlijk als achtergrond gebruiken, maar het moet altijd worden getoetst. Check en dubbelcheck is een even fundamentele als essentiële grondregel van het vak.
Nieuws over bijvoorbeeld het witwassen van geld, belastingontduiking, corruptie en, ja, het wegpromoveren van een lastig Kamerlid, komt nooit zomaar aanwaaien. Misschien is er zo nu en dan een toevalstreffer, zoals met de Ollongren-foto het geval was, maar meestal is het verzamelen van informatie hard en langdurig werk. En zelfs in het geval van de foto van de verkenningsnotitie was de drive van persfotograaf Bart Maat om alles op het Binnenhof vast te leggen en de alertheid van de ANP-redactie vereist, om dit grote verhaal boven water te krijgen.
In veel landen zou het publiceren van een vertrouwelijk bedoelde notitie, met potentieel grote politieke gevolgen, uit den boze zijn. Het zou de fotograaf, hoofdredacteur en journalisten achter tralies kunnen doen belanden en tot de sluiting van media leiden. Denk aan Hongarije, Turkije of tientallen andere landen, waar het slecht gesteld is met de persvrijheid. Gezegend het land waar het in principe wėl mogelijk is de onderste steen boven te krijgen.
Daarmee is uiteraard niet gezegd dat journalisten in Nederland allemaal heilige boontjes zijn en nooit ‘zondigen’ tegen de ethische regels van het vak. Er zijn de nodige gevallen bekend van plagiaat, van verzonnen citaten en andere staaltjes van onzuivere journalistiek. Soms lokken journalisten een incident uit om een smeuïg verhaal te kunnen maken. Journalisten horen het nieuws te verslaan en natuurlijk niet hun eigen werkelijkheid te creëren.
De discussie over wat “een misdaad tegen de journalistiek” is, wat daarentegen juist goede journalistiek is en waartoe het dient, moeten we blijven voeren: binnenshuis als collega’s maar ook breder, met de krantenlezers en tv-kijkers, met de sceptici, met de twijfelaars en halve en hele complotdenkers.
De Ollongren-foto gaf ons een inkijkje in de keuken van de macht. Wat we zagen was zo nu en dan verwarrend, ontluisterend en verre van fraai. Maar het was wel zuiverend. Wat mij betreft heeft de journalistiek met Ollongren-gate Nederland een belangrijke dienst bewezen.
Geef een reactie